Onderzoek naar het ontwikkelen van Reumatoïde artritis in het AMC in Amsterdam

Onderzoek naar het ontwikkelen van Reumatoïde artritis in het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam

Reumatoïde artritis (RA) is een aandoening waarbij er sprake is van een chronische gewrichtsontsteking waarvan de oorzaak nog grotendeels onbekend is. Het komt bij 1-2% van de westerse wereldbevolking voor en is hiermee de meest voorkomende vorm van onstekingsreuma. Vroegtijdige behandeling, gericht op het verminderen van de ontstekingsactiviteit, verbetert de prognose van RA-patiënten. Om de ziekte RA beter te leren begrijpen en te kunnen behandelen wordt hier wereldwijd veel onderzoek naar gedaan, zo ook in Nederland.

 
Eerder onderzoek heeft aangetoond dat er voorafgaand aan het ontstaan van een zichtbare ontsteking van een gewricht (artritis), er een fase bestaat dat het gewricht nog niet gezwollen is, maar waarbij wel antilichamen typisch voor RA (de zogenaamde reumafactoren IgM-RF en aCCP) in het bloed kunnen worden gevonden. De kans dat mensen met pijnlijke gewrichten en positieve reumafactoren uiteindelijk RA gaan ontwikkelen is maar liefst 40%. Ontstekingsremmers (NSAID’s) zoals ibuprofen of diclofenac hebben vaak een gunstig effect op de symptomen in deze fase, maar doen verder niets op het beloop van de aandoening. Op dit moment bestaat er nog geen reguliere behandeling die kan voorkomen dat de RA zich verder ontwikkelt.
Eind 2009 is daarom in het Academisch Medisch Centrum (AMC) in Amsterdam de PRAIRI studie van start gegaan. In deze studie wordt onderzocht of behandeling in deze vroege fase voorafgaand aan het ontstaan van artritis het verder ontwikkelen van RA kan worden uitgesteld of helemaal kan worden voorkomen. Aan deze studie kunnen mensen deelnemen die last hebben van pijnlijke gewrichten en daarbij een positieve RF én aCCP in het bloed hebben.

 
Rituximab is een geregistreerd medicijn dat al jaren wordt gebruikt voor de behandeling van patiënten met reeds ontwikkelde reumatoïde artritis. We willen de effectiviteit van het medicijn nu beoordelen in de allervroegste fase van de ziekte. We willen hiermee onderzoeken of het ontstaan van RA bij mensen een verhoogd risico vertraagd of zelfs voorkomen zou kunnen worden.
Om betrouwbaar onderzoek te kunnen doen wordt het effect van rituximab vergeleken met een placebo. De kans dat iemand die meedoet aan het PRAIRI-onderzoek daadwerkelijk rituximab krijgt is 50%. Zowel de onderzoeker als de studiekandidaat weten tot aan het einde van het onderzoek niet of iemand daadwerkelijk rituximab heeft gekregen. Op dit moment zijn al 93 personen gescreend voor de PRAIRI studie en hebben 70 personen de studiemedicatie ontvangen. Iedereen die meedoet met het onderzoek wordt door de studiearts en -verpleegkundige nauwlettend in de gaten gehouden op onze polikliniek.

Tot nu toe heeft ongeveer 20% van de kandidaten een gewrichtsontsteking ontwikkeld. We weten nog niet of dit de mensen waren die behandeld zijn met rituximab of met een placebo.

Onafhankelijk of iemand bij aanvang van de studie wel of geen rituximab heeft gekregen, wordt er bij het ontstaan van een gewrichtsontsteking direct begonnen met reguliere behandeling. Omdat u in het PRAIRI-onderzoek frequent wordt gezien zijn we er bij het ontstaan van artritis dus heel snel bij.
Buiten het AMC zijn er nog 6 andere ziekenhuizen, verspreid over Nederland, betrokken bij de PRAIRI studie. Om de reisafstand en de tijd die ermee gepaard gaan zo kort mogelijk te houden wordt u verwezen naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis.
Voor dit onderzoek zijn we dus op zoek naar mensen met een verhoogd risico op RA. Veel van onze kandidaten worden verwezen door collega reumatologen als zij nog geen artritis hebben geconstateerd, maar er al wel reumafactoren in het bloed aanwezig zijn. Ook huisartsen die op reumafactoren hebben getest kunnen iemand naar ons verwijzen.

Omdat RA voor een deel erfelijk is worden daarnaast eerstegraads familieleden (broers, zussen, ouders of kinderen) van bekende RA-patiënten éénmalig getest op de aanwezigheid van reumafactoren.

Dit wordt gedaan in het kader van ons zogenoemde familieleden onderzoek. Hiervoor hebben we al ruim 2000 eerstegraads familieleden getest op deze reumafactoren in het bloed. Indien hieruit blijkt dat de reumafactoren aanwezig zijn, wordt het betreffende  familielid gevraagd om deel te nemen aan de PRAIRI studie. Uiteraard volgt dan eerst meer uitleg over de studie en volgt een uitgebreide medische screening.
Mocht u ook een eerstegraads familielid met RA hebben, dan zijn we dus ook hard op zoek naar u!

Aanmelden voor de PRAIRI studie of voor het familieledenonderzoek kan via kir@amc.uva.nl