‘We kunnen herstel van patiënten na hartstilstand beter inschatten’

Promovenda Astrid Glimmerveen: ‘We kunnen herstel van patiënten na hartstilstand beter inschatten’ Elk jaar krijgen zo’n 17.000 mensen in Nederland een hartstilstand. Het hart stopt plotseling met het rondpompen van bloed, waardoor organen, inclusief de hersenen, geen zuurstof meer krijgen.

Steeds meer mensen overleven deze heftige gebeurtenis. Dankzij betere reanimatietechnieken én doordat de inzet van defibrillatoren is toegenomen. Toch is het herstel na een hartstilstand vaak onzeker. Veel patiënten komen in coma op de intensive care terecht. Het is moeilijk te voorspellen of ze zullen ontwaken – en met welke gevolgen?

Astrid Glimmerveen, laborant klinische neurofysiologie in Rijnstate, startte vijf jaar geleden een onderzoek naar de vraag hoe we beter kunnen voorspellen welke patiënt een goed of juist slecht herstel tegemoet gaat na een hartstilstand. Ze richtte zich op twee fases: de acute fase bij patiënten in coma, en de langdurige gevolgen bij patiënten die een hartstilstand overleven. Vandaag promoveerde 29 0ct0ber 2025 ze aan de Universiteit Twente.

Pieken en dalen
Als klinisch neurofysiologisch laborant is Astrid Glimmerveen betrokken bij patiënten na een reanimatie; ze plakt de elektroden op het hoofd om een hersenfilmpje te kunnen maken. Bij een patroon met continue hersenactiviteit zonder onderbrekingen kun je stellen dat de prognose gunstig is. Bij mensen met wie het minder goed gaat, zie je meer variatie: of een tijd geen hersensignaal, of juist identieke scherpe golven, afgewisseld met vlakke lijnen. “Zien we deze patronen 24 uur na de reanimatie nog steeds, dan is dat geen goed teken”, licht Astrid toe. De kans op herstel van een betekenisvol leven is dan minimaal. “Als we dat zien, kan levensverlengende behandeling op de IC in overleg met de familie worden gestaakt.”

Lees hier het volledige artikel.