Voorkeur voor zoet is niet zomaar af te leren

Het minderen met suiker en zoetstoffen helpt niet tegen trek in zoetigheid. Na 6 maanden minder zoet eten blijken mensen nog net zo dol zijn op zoet als daarvoor. En wie juist extra zoete voeding kreeg, ging zoet niet lekkerder vinden.

Dat blijkt uit onderzoek van diëtist en voedingswetenschapper Eva Čad, die op 13 juni promoveert aan Wageningen University & Research.

Voedingsdagboek en diëtist
Het internet staat vol tips om je voorkeur voor zoet te “resetten”: laat zoet eten en drinken staan, en je zou vanzelf minder trek krijgen in zoetigheid. Maar daar is nauwelijks wetenschappelijk bewijs voor. Čad zette daarom tijdens haar promotieonderzoek een langdurige interventiestudie op met 180 proefpersonen. Zij kregen 6 maanden lang ontbijt, lunch en snacks thuisbezorgd, met daarin veel, weinig of een gemiddelde hoeveelheid zoete producten. Dat ging om producten gezoet met suiker en zoetstoffen. Waar de “zoetarme” groep bijvoorbeeld naturel yoghurt en paprikaspread kreeg, kreeg de zoete groep fruitige yoghurt en zoete pindakaas. De middelste groep kreeg zowel de zoete als de niet-zoete producten. De deelnemers kregen instructies over wat ze op welke dag moesten eten, maar mochten zelf bepalen hoeveel ze aten en hielden dat bij in een voedingsdagboek. Ook hadden ze geregeld contact met een diëtist. Zo konden de onderzoekers goed monitoren of mensen zich aan het eetpatroon hielden.

Lees hier het volledige artikel.