Zorgplan Chronische patiënten biedt patiënt veel voordelen, maar wordt nog weinig gebruikt

Chronische patiënten die een zorgplan hebben, worden veel beter betrokken bij hun behandeling dan patiënten zonder zorgplan. Ook zijn zij veel positiever over de samenwerking tussen zorgverleners dan mensen bij wie de afspraken over behandeling en ondersteuning niet zijn vastgelegd. Toch heeft slechts een minderheid van de chronische patiënten een zorgplan. Dat blijkt uit een meldactie die patiëntenfederatie NPCF, Diabetesvereniging Nederland, De Hart&Vaatgroep en het Astma Fonds (binnenkort Longfonds) eerder dit jaar hielden onder achthonderd patiënten met een chronische aandoening. De patiëntenorganisaties willen dat zorgplannen een vast onderdeel uitmaken van de zorg voor chronisch zieken. Hierdoor kan de aanpak van chronische ziekten ook echt verbeteren.

Grote verschillen
Van de deelnemers aan de meldactie die in aanmerking komen voor een individueel zorgplan, heeft slechts 19% er daadwerkelijk een. Nagenoeg deze hele groep geeft aan betrokken te zijn bij het opstellen en bijstellen van het zorgplan. Deelnemers met een zorgplan zijn positiever over de samenwerking en afstemming van hun zorgverleners; 39% van de deelnemers met een zorgplan vindt de afstemming uitstekend. Slechts 5% van de deelnemers zonder zorgplan vindt de samenwerking tussen zorgverleners uitstekend. Ook vinden patiënten met een zorgplan beduidend vaker dat hun zorgverleners goede afspraken maken over de zorg. Ze hoeven minder vaak hun verhaal te vertellen en kunnen sneller terecht bij andere zorgverleners na een verwijzing. 47% van de deelnemers met een zorgplan hoefde (bijna) nooit hun verhaal opnieuw te vertellen, tegenover 23% van de deelnemers zonder zorgplan. De behandelingen van verschillende zorgverleners sloten beter op elkaar aan en zorgverleners zijn beter geïnformeerd.

Het zorgplan
Sinds 2010 wordt de zorg aan patiënten, met name diabetespatiënten, ‘integraal bekostigd’. Dat betekent dat één organisatie verantwoordelijk is voor alle zorg voor de betreffende aandoening. Dat is een verbetering ten opzichte van de oude situatie waarbij huisartsen, diëtisten en fysiotherapeuten ieder verantwoordelijk waren voor hun eigen aandeel in de zorg en niemand voor het totaal. De patiëntenorganisaties laten met deze meldactie zien dat nog maar 20% van de patiënten, een persoonlijk zorgplan heeft. De patiëntenorganisaties zijn hierover teleurgesteld. Veel patiënten lopen nu de voordelen mis die een zorgplan hen had kunnen bieden. Daarbij wordt in een aantal gevallen via de integrale bekostiging wel betaald voor individuele zorgplannen, terwijl er geen zorgplan is.

Brief
De patiëntenorganisaties hebben een brief geschreven aan de Vaste Kamercommissie van VWS, waarin ze erop aandringen dat de situatie verbetert. Volgens hen moet de minister een streefcijfer bepalen voor het aantal patiënten waarmee een zorgverlener een zorgplan maakt. Zo worden de zorgverleners ertoe aangezet om de zorg voor chronisch zieken daadwerkelijk te verbeteren en het geld goed te besteden dat ze daarvoor beschikbaar hebben gekregen.

Bron:NPCF