Zorgen over bezuinigingen in de gezondheidszorg niet weggenomen

Staatssecretaris Van Rijn zal een aantal voorgenomen bezuinigingen op de langdurige zorg verzachten. Dat lijkt goed nieuws. Maar hoe de voorstellen uitpakken voor cliënten, blijft onduidelijk.

Patiënten- gehandicapten,- en seniorenorganisaties maken zich hier grote zorgen over. Er is nog steeds geen zekerheid of meer dan een miljoen mensen straks de begeleiding en verzorging krijgen die ze nodig hebben. Het mag niet zo zijn dat er straks mensen tussen wal en schip vallen.

De staatssecretaris heeft erin toegestemd om de toegang tot AWBZ-instellingen te verruimen. Dat is vooral goed nieuws voor mensen met een verstandelijke beperking. Mensen met een ZZP4 houden hun recht op AWBZ-zorg en bij ZZP3 wordt per persoon bekeken of zij zich tot de Wmo moeten wenden voor zorg en ondersteuning of een beroep kunnen doen op de kern AWBZ. Ook de toegang tot het verpleeghuis wordt versoepeld. Daarnaast wordt er ook aanzienlijk minder bezuinigd op de huishoudelijk hulp, dan het regeerakkoord vermeldt.

Ook het feit dat elke gemeente verplicht wordt om een PGB aan te bieden bij individuele voorzieningen, is een positief punt. De voorwaarden die de staatssecretaris stelt aan het verstrekken van een PGB, zijn basis voor een solide PGB.

Deze positieve maatregelen worden echter gefinancierd door te bezuinigen op tarieven van de PGB’s en zorg in natura van 5 %. Dus zal door deze financiering de zorg voor menigeen ook weer verschralen. Van Rijn geeft met de ene hand en neemt met de andere.

Uitvoerbaarheid in gedrang

Het belangrijkste kritiekpunt van de patiënten-, gehandicapten, – en seniorenorganisaties CG-raad, Per Saldo, Anbo, Platform VG, MEE Nederland en NPCF is dat de inrichting van het nieuwe stelsel toch vooral door bezuinigingsdoelstellingen lijkt ingegeven. De bezuinigingen op dagbesteding, persoonlijke verzorging en thuishulp worden uitgesteld tot 2015. Dat geeft gemeenten wat meer tijd. Maar gemeenten zijn onvoldoende voorbereid en kunnen met dit budget niet de hele groep goed bedienen. Het tempo van de decentralisaties is hoog, waardoor de uitvoerbaarheid in het gedrang kan komen. Vooral omdat de staatssecretaris onduidelijk blijft over de consequenties voor cliënten.

Verwarrende situaties

Qua organisatie van de zorg hebben de patiënten- gehandicapten en ouderenorganisaties ook hun bedenkingen. Het onderbrengen van thuisverpleging in de Zorgverzekeringswet, terwijl verzorging onder de Wmo valt, kan verwarrende situaties opleveren. Bijvoorbeeld als iemand eerst verzorging nodig heeft (gemeente), daarna enige tijd een combinatie van verpleging en verzorging (zorgverzekeraar) en dan weer terug valt op alleen verzorging (gemeente). Bovendien vragen zij zich af of de kwaliteit van de verzorging in de Wmo voldoende geborgd is. En voor budgethouders is het nog maar helemaal de vraag hoe zij dit thuis kunnen gaan oplossen.

Onduidelijkheid over maatwerk

Verder geeft de staatssecretaris niet duidelijk aan hoe hij ervoor wil zorgen dat mensen echt maatwerk in zorg en ondersteuning krijgen. Het doel van het gesprek waarin de aanvraag wordt behandeld (het zgn. keukentafelgesprek), wordt niet duidelijk omschreven. Dit biedt onvoldoende garanties. De patiënten-, gehandicapten, – en seniorenorganisaties willen dat duidelijk is dat gemeenten zich moeten houden aan het compensatiebeginsel uit de Wmo. Dit beginsel zegt dat beperkingen in het dagelijks leven moet worden gecompenseerd. Wel positief is dat bij het gesprek een onafhankelijke cliëntondersteuner kan worden ingezet. Daarvoor is het nodig dat deze basisvoorziening op alle levensdomeinen wettelijk wordt gegarandeerd.

Eigen verantwoordelijkheid mogelijk maken

De staatssecretaris wil dat mensen meer eigen verantwoordelijkheid nemen. Dit kan echter alleen als de gemeenten en de overheid dit ook mogelijk maken. Door goede ondersteuning van burgers en hun mantelzorgers. En bijvoorbeeld door gebouwen, openbare ruimte en vervoer goed toegankelijk te maken voor mensen met een beperking. Dit is men ook verplicht op grond van het VN-verdrag over de rechten van mensen met een handicap.

Negatieve koopkrachteffecten

Groot punt van zorg is de inkomenspositie van mensen met een beperking. Veel financiële compensatieregelingen voor hen gaan verdwijnen, hoewel wel iets verzacht ten opzichte van het regeerakkoord. Dat heeft heel grote koopkrachteffecten, tot honderden euro’s per maand. Van Rijn halveert het budget voor een nieuwe inkomensondersteuningsregeling en laat gemeentes helemaal vrij hoe ze het verder willen besteden binnen het ‘sociale domein’.
De patiënten en cliëntenorganisaties vinden het belangrijk dat deze bijdragen ook ten goede komen aan inkomensondersteuning (ook voor mensen in een instelling) en niet alleen gaan naar bv. de tekorten in de SW.

De patiënten-, gehandicapten, – en seniorenorganisaties zullen in de aanloop naar het Kamerdebat over de brief van Van Rijn met een uitgebreide reactie komen.

Bron: Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie