Wetswijziging medische handelingen blijkt effectief en doelmatig

Sinds 1 januari 2012 mogen verpleegkundig specialisten en physician assistants een aantal handelingen zelfstandig verrichten, die eerder voorbehouden waren aan artsen. De toekenning van deze zelfstandige bevoegdheid is doelmatig en effectief gebleken. Dit is de eindconclusie van een wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd door onderzoekers van het Maastricht UMC+, afdeling Patiënt & Zorg.

Aanleiding
Over 15 tot 20 jaar zijn meer dan 400.000 extra medewerkers nodig in de zorg om de stijgende en veranderende zorgvraag het hoofd te bieden. Eén van de maatregelen om dit capaciteitstekort het hoofd te bieden, is taakherschikking. Sinds begin deze eeuw zijn in de Nederlandse gezondheidszorg verpleegkundig specialisten en physician assistants werkzaam. Hun introductie was vooral een reactie op een dreigend artsentekort. Deze professionals, die een HBO master hebben gevolgd, nemen routinematige taken over van artsen, waarbij de kwaliteit van de zorg voor de patiënt behouden blijft of wordt verhoogd.

In de praktijk blijkt dat bij het uitvoeren van voorbehouden handelingen door verpleegkundig specialisten en physician assistants de vereiste opdrachtrelatie, de indicatiestelling door de artsen, belemmerend werkt. Met het invoeren van een tijdelijke zelfstandige bevoegdheid voor de verpleegkundig specialist en de physician assistant is een wettelijke basis ontstaan (toevoeging Artikel 36a) om een aantal voorbehouden handelingen te indiceren, uit te voeren en te delegeren. De experimenteerperiode van de wetsaanpassing bedraagt vijf jaar. In deze periode is een evaluatieonderzoek uitgevoerd om de doelmatigheid en effectiviteit van de tijdelijke maatregel te onderzoeken.

Lees hier het volledige artikel.