Zorgorganisaties werken volop aan vernieuwing van de maatschappelijke ondersteuning aan ouderen en hun mantelzorgers. Deze vernieuwingen staan echter onder druk door hoge administratieve lasten of onvoldoende financiële afspraken. Dat blijkt uit onderzoek dat ActiZ dit voorjaar deed onder zorgorganisaties.
Ook staat nog vaak de financiering centraal, in plaats van de hulpvraag van mensen. ActiZ riep de Tweede Kamer gisteren op om dit in het Algemeen Overleg over de transitie in de zorg met de staatssecretaris van VWS te bespreken.
Het aantal 80+ers verdubbelt in de komende 10 jaar. Een groeiend aantal ouderen woont zelfstandig en is afhankelijk van hulp en ondersteuning uit de Wmo. Zorgorganisaties springen daarop in met een vernieuwd zorg- en hulpaanbod voor cliënten die zelfstandig wonen en hun mantelzorgers. Zo bieden zij op dagbesteding in de wijk in plaats in zorginstellingen en is de dagopvang steeds vaker ook toegankelijk voor mensen zonder zorgindicatie. Dat is belangrijk voor de mensen met een zorgvraag, maar ook voor hun mantelzorgers die zo ontlast worden.
Daarnaast bieden zorgorganisaties een breed aanbod van loggeropvang of respijtzorg om mantelzorgers te ontlasten. Ook betrekken zij mantelzorgers steeds meer bij de zorg. Dat is goed voor het welzijn de cliënt: die op die manier meer ondersteuning krijgt van zijn vertrouwde mantelzorger.
Knelpunten
De zorgorganisaties ervaren diverse knelpunten, zeggen zij in de enquête van ActiZ. Zo zijn de randvoorwaarden voor het vernieuwde zorgaanbod niet op orde. Van de organisaties die de enquête invulden, gaf 88% aan dat zij met gemeenten geen afspraken hebben kunnen maken over het verminderen van administratieve lasten. 65% geeft aan dat er met gemeenten geen meerjarencontracten zijn afgesproken. Ook blijken de tarieven vaak niet kostendekkend. Ruimte voor investeringen in vernieuwingen krijgen zorgorganisaties zo niet.
Lees hier het volledige artikel.