Bijna 70% van de patiënten die een stamceltransplantatie ondergaan hebben cognitieve of emotionele klachten maar er is nauwelijks behoefte aan aanvullende psychische zorg. De meeste patiënten lossen het liever zelfstandig op of met behulp van hun naasten. Dit blijkt uit onderzoek van Annemarie Braamse. Zij promoveert vandaag 17 april bij VUmc.
Patiënten met hematologische ziekten als kanker in het bloed, beenmerg en/of lymfeklieren die een stamceltransplantatie ondergaan, ondervinden na de behandeling vaak psychische klachten, zoals angst of depressie. Annemarie Braamse deed onderzoek naar de effecten van en behoefte aan ondersteunende psychische zorg bij deze patiënten. Zij vond dat 68% van de patiënten in de vijf jaar na de behandelingcognitieve/emotionele problemen heeft, maar dat slechts 7 % van de patiënten behoefte heeft aan aanvullende, ondersteunende zorg voor deze klachten.
Stressvolle behandeling
Stamceltransplantatie wordt binnen de oncologische zorg gezien als een van de meest belastende en stressvolle behandelingen. Hoewel stamceltransplantatie tot betere overlevingskansen leidt gaat de behandeling gepaard met beperkingen in de kwaliteit van leven van de patiënten. Psychische, fysieke, cognitief-emotionele en praktische problemen worden door patiënten vaak gemeld na de transplantatie.
Lees hier het volledige artikel.