Dikkedarmkanker (colorectale kanker) is een van de meest voorkomende kankers in België en treft bijna 8.000 mensen per jaar. De ziekte veroorzaakt jaarlijks meer dan 2.600 sterfgevallen. Toch is er ook goed nieuws: het overlevingspercentage vijf jaar na de diagnose steeg de laatste jaren naar 70,8 procent. Onderzoek naar dikkedarmkanker boekt bovendien veel vooruitgang. Dat biedt hoop op betere genezingskansen van dikkedarmkanker in elke fase, zelfs als er uitzaaiingen zijn.
Hoe ontstaat darmkanker?
Darmkanker ontwikkelt uit poliepen – een woekering van slijmvlies – in de darm. Er zijn twee soorten poliepen: type A en type B. Type A is gesteeld, groeit traag en als een doorsnee persoon zonder genetische voorbestemdheid een poliep ontwikkelt, is het doorgaans deze soort. Type B is vlak en groeit sneller dan type A. Wie dit type ontwikkelt, zal er ook meerdere krijgen in zijn leven.
“Poliepen zijn klein en onschuldig”, zegt professor Sabine Tejpar, gastro-enteroloog en digestief oncoloog aan de KU Leuven. “Je voelt ze niet. Je weet niet dat je ze hebt. Maar toch moet je ze laten verwijderen want het zijn de voorlopers van darmkanker.”
Lees hier het volledige artikel.