In een brief aan de Tweede Kamer legt staatssecretaris Martin van Rijn (VWS) vandaag het verschil uit tussen s1 en s2 wijkverpleegkundigen. Dit naar aanleiding van een casus bij Parkstad-gemeenten waar de verzekeraar geen s1 wijkverpleegkundigen vergoedt.s1
Onder wijkgericht werken (s1) vallen activiteiten die niet direct zijn te koppelen aan een individueel zorgtraject van een patiënt. Kenmerkend aan s1 is dat het gaat om activiteiten die het medische en sociale domein verbinden, waarbij het bijvoorbeeld kan gaan om deelname aan het sociale wijkteam. Voor s1 is een budget beschikbaar van landelijk 40 miljoen euro. Dit bedrag wordt door de zorgverzekeraar ‘ingezet in die wijken waar de grootste toegevoegde waard wordt verwacht van een extra investering’, zo schrijft Van Rijn.
s2
Daarnaast is een veel groter budget beschikbaar van 3,1 miljard euro voor s2. Dit is de aanspraak wijkverpleging, die bestaat uit het verrichten van verpleegkundige en verzorgende handelingen die betrekking hebben op de zorg voor individuele patiënten. Dit omvat taken als indiceren, stimuleren, signaleren en coördineren voor patiënten die in zorg zijn. Volgens Van Rijn gaat het er om dat er binnen s2 breder wordt gekeken dan de oorspronkelijke zorgvraag van de cliënt, bijvoorbeeld naar zelfredzaamheid en sociale omgeving. In zijn brief: ‘Daarbij hoort ook dat de wijkverpleegkundige gehoor moet kunnen geven aan signalen die zij in de dagelijkse praktijk ontvangt. Het behoort tot de professionele autonomie van de wijkverpleegkundige om gelet op zijn/haar kennis van het gemeentelijk domein in te schatten wanneer het inschakelen van het sociale domein noodzakelijk is. Deze taken maken onderdeel uit van de zorgverlening aan de cliënt en behoren daarmee tot de individueel toewijsbare zorg.’
Lees hier het volledige artikel.