Er lijkt onder patiënten met een donornier een discrepantie te bestaan tussen hun ideeën over therapietrouw en hun werkelijke inname van immunosuppressiva.
Dat concluderen Emma Massey en haar collega’s van het Erasmus MC in Transplantation (2015; epub 20 januari). Ruim 30% van de patiënten in hun onderzoek was 18 maanden na de transplantatie niet therapietrouw.
Diverse studies laten zien dat patiënten na een orgaantransplantatie al snel niet trouw hun immuunonderdrukkers innemen. Massey et al. gingen in een prospectieve studie op zoek naar psychologische aanknopingspunten om therapietrouw te verbeteren. Zij nodigden tussen augustus 2010 en oktober 2011 patiënten uit die in het Erasmus MC een nieuwe nier kregen. Van de 168 geschikte kandidaten stroomden er 113 (67%) het onderzoek in. Tijdens follow-upmomenten namen de onderzoekers face-to-face vragenlijsten af over onder andere therapietrouw, persoonlijke doelstellingen, betrokkenheid, vertrouwen en ziekteperceptie.
Therapietrouw was voor patiënten een belangrijk doel en zij maakten zich relatief weinig zorgen om hun immunosuppressiva. De transplantatie had een grote impact op het leven van de patiënten maar dit nam geleidelijk af. Zorgen over afstoting kwamen redelijk vaak voor maar de patiënten waren optimistisch over de levensduur van hun donornier. Hun perceptie van ziekte en therapie strookte echter niet met hun gedrag.
Lees hier het volledige artikel.