Voor een deel van de patiënten met ernstige hartritmestoornissen (ventriculaire tachycardie, VT) bieden huidige behandelingen, zoals medicatie of ablatie, geen oplossing. Onderzoekers van het Maastricht UMC+ en Maastro, in samenwerking met 30 partnerorganisaties in 8 Europese landen, gaan daarom onderzoek doen naar een nieuwe behandelmethode: niet-invasieve radio-ablatie.
Bij VT krijgt de patiënt een abnormaal snel hartritme dat ontstaat in één van de kamers van het hart. Het komt meestal voor bij personen met een reeds bestaande hartziekte, maar kan ook erfelijk zijn en gezien worden bij personen met een aangeboren hartafwijking. VT kan enkele hartslagen duren maar kan ook voor een langere periode aanwezig zijn, wat levensbedreigend is voor de patiënt.
Ablatie werkt niet
Patiënten met VT, bij wie medicijnen niet voldoende werken, komen normaal gezien eerst in aanmerking voor zogenaamde katheterablatie. Met een speciale katheter verhitten de artsen het stukje hartweefsel dat hartritmestoornissen veroorzaakt. Hierdoor wordt de ritmestoornis als het ware uitgeschakeld. Bij een deel van de patiënten helpt de katheterablatie echter niet, bijvoorbeeld omdat de katheter het stukje hartweefsel niet kan bereiken.
Lees hier het volledige artikel.