De overheid digitaliseert en maakt steeds meer gebruik van zogenaamde basisregistraties, waarin informatie over burgers en bedrijven is vastgelegd. Burgers kunnen hierdoor profiteren van een betere en efficiëntere dienstverlening. De keerzijde is echter dat burgers ook buiten hun schuld in de knel kunnen komen door fouten in deze basisregistraties. Gegevens uit basisregistraties, dus ook foute gegevens, worden namelijk uitgewisseld tussen overheidsorganisaties, die daardoor verkeerde beslissingen kunnen nemen. Hierdoor worden bijvoorbeeld uitkeringen stopgezet of krijgen mensen onterecht boetes opgelegd. De burger moet eenvoudig inzage kunnen krijgen in zijn gegevens en terecht kunnen bij een centraal meldpunt als zich problemen met de basisregistraties voordoen om deze op te lossen.
Om de basisregistraties te verbeteren is het belangrijk dat de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) meer bevoegdheid krijgt over het stelsel aan basisregistraties. Daarom doet de Algemene Rekenkamer onder meer de aanbeveling om een stelselwet te realiseren waarin de minister van BZK doorzettingsmacht krijgt. Dit is te lezen in het rapport Basisregistraties vanuit het perspectief van de burger, fraudebestrijding en governance dat de Algemene Rekenkamer op 29 oktober 2014 publiceert.
De Algemene Rekenkamer beschrijft in het rapport hoe een kleine fout in een basisregistratie grote gevolgen kan hebben voor de betrokken burger. Op basis van een fout geregistreerd adres kan de Belastingdienst bijvoorbeeld besluiten om de huurtoeslag te stoppen of stopt Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) met het uitkeren van de studiefinanciering. Vervolgens is het voor de burger een zware inspanning om de gegevens te laten corrigeren. De Algemene Rekenkamer doet daarom aanbevelingen om het voor een burger eenvoudiger te maken eventuele problemen op te lossen.
Lees hier het volledige artikel.