In 2017 overleden ruim 150 duizend inwoners van Nederland. Met 47 duizend sterfgevallen (31 procent) was kanker de meest voorkomende doodsoorzaak. Aan hart- en vaatziekten overleed ongeveer 25 procent. Vooral ouderen overlijden aan kanker en hart- en vaatziekten.
Bij jongeren (15 tot 30 jaar) was een niet-natuurlijke dood met 53 procent de meest voorkomende doodsoorzaak.
Dit blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS.
De doodsoorzaken verschillen sterk per leeftijdsgroep. Van de overleden kinderen jonger dan 1 jaar stierf 62 procent in 2017 aan een aandoening van de perinatale periode, zoals infecties en longproblemen. Kinderen (1 tot 15 jaar) overleden voornamelijk aan kanker of door een niet-natuurlijke oorzaak. In beide gevallen ging het om iets meer dan 20 procent van de sterfgevallen. Personen tussen 15 en 30 jaar stierven veel vaker dan jonge kinderen een niet-natuurlijke dood (zoals zelfdoding, ongevallen). Van de overledenen in deze groep betreft dit 53 procent.
Bij 30- tot 80-jarigen is kanker het vaakst de doodsoorzaak. Ook hart- en vaatziekten komen in die groep veel voor als doodsoorzaken. Bij personen vanaf 80 jaar zijn hart- en vaatziekten met 30 procent de belangrijkste oorzaak van sterfte.
Lees hier het volledige artikel.