Astmapatiënten die veel contacten vanwege astma met de huisartsenpraktijk hebben, blijken minder vaak met astma samenhangende zorg bij de medisch specialist te gebruiken. Meer aandacht voor astma in de huisartsenpraktijk lijkt zich uit te betalen in minder specialistische zorg. Dit wijst op ruimte voor ‘substitutie’ van tweedelijnszorg naar eerstelijnszorg: meer patiënten kunnen mogelijk volstaan met zorg in de huisartsenpraktijk, zo blijkt uit een publicatie van onderzoekers van het NIVEL in Huisarts & Wetenschap.
‘Substitutie’ van specialistische zorg naar de huisartsenpraktijk is een belangrijk onderdeel van het akkoord over de financiering van de eerstelijnszorg van 2014 tot en met 2017. De eerstelijnszorg van onder meer huisartsen, fysiotherapeuten en apothekers mag iets meer gaan kosten als patiënten daardoor minder vaak tweedelijnszorg van specialisten gaan gebruiken. Zorgverleners en patiënten denken dat vooral voor chronische ziekten, nazorg voor patiënten met kanker, en bij niet-complexe ingrepen substitutie mogelijk is.
Variatie tussen huisartspraktijken
Het NIVEL (Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg) deed een onderzoek om te zien of het zorggebruik van chronisch zieken in de tweede en eerste lijn tussen huisartsenpraktijken varieert. Hiervoor werden de gegevens van 7514 astmapatiënten uit 50 huisartsenpraktijken van NIVEL Zorgregistraties gekoppeld aan gegevens van zorgverzekeraars over declaraties van diagnose-behandelcombinaties (DBC’s) van ziekenhuizen.
Lees hier het volledige artikel.