Steeds vaker gebruiken organisaties artificiële intelligentie (AI) om emoties bij mensen te herkennen. Emotieherkenning gaat echter uit van omstreden aannames over emoties en de meetbaarheid daarvan. Als het toch wordt ingezet, brengt dit risico’s en ethische vragen met zich mee.
Dat concludeert de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) in de nieuwe Rapportage AI & Algoritmes Nederland (RAN).
Je stem die wordt gebruikt om ‘je emotionele toestand’ te analyseren tijdens een gesprek met een klantenservice. Je smartwatch die meet of je stress hebt. Of een chatbot die je emoties herkent en daardoor empathischer kan reageren. Steeds meer organisaties gebruiken emotieherkenning met AI, omdat ze daarmee producten en diensten denken te kunnen verbeteren. Bijvoorbeeld bij marketing of klantcontact, maar ook in de openbare ruimte en de gezondheidszorg.
AP: ‘Zeer voorzichtig omgaan met dit soort toepassingen’
De AP bekeek de inzet van emotieherkenning met AI door klantenservices, in wearables (zoals een smartwatch) en in taalmodellen. Hieruit bleek dat niet altijd duidelijk is hoe AI-systemen emoties herkennen, en of de uitkomsten betrouwbaar zijn. Ondanks de groei van deze toepassingen, weten mensen ook niet altijd dat emotieherkenning wordt ingezet. En op basis van welke data dat gebeurt.
Lees hier het volledige artikel.
