Geestelijk verzorgers in opleiding worden bij zingeving en levensvragen vooral levensbeschouwelijk en religieus getraind. Maar hoe verhouden zij zich tot mensen, en specifiek jongvolwassenen, die seculier zijn? Bijzonder hoogleraar Anke Liefbroer pleit voor meer aandacht voor andere vormen van zingeving in de geestelijke verzorging en ggz, óók los van religieuze kaders.
‘Zingeving verdient meer aandacht in ons denken over mentale gezondheid,’ betoogt zij. Zij wil meer verbinding tussen psychiatrie en theologie op dit vlak.
Bijna de helft van de studenten en een derde van de jongvolwassenen kampt met psychische klachten. Toegenomen psychische stress, maar ook afnemende aandacht voor of ruimte in de samenleving voor lijden en zingeving kunnen oorzaken daarvoor zijn.
Jongvolwassenen, vaak niet religieus opgevoed, zoeken alternatieve bronnen van betekenis. Maar geestelijk verzorgers worden in hun opleiding het meest getraind in het begeleiden bij zingeving en levensvragen in relatie tot religie of levensbeschouwing. Veelgebruikte modellen voor geestelijke verzorging richten zich bijvoorbeeld op het verbinden van het verhaal van de cliënt met het verhaal van God. Om zo goed mogelijk aan te sluiten op de belevingswereld van cliënten, benadrukt Anke Liefbroer de noodzaak om zingeving ook los van religieuze kaders te onderzoeken.
Lees hier het volledige artikel.
