Halo’s zijn lichtkransen of cirkels van verstrooid licht die je vaak rond felle lichtbronnen ziet, vooral ‘s nachts of bij weinig licht. Ze ontstaan doordat het licht op een onregelmatige manier door het hoornvlies of een kunstlens wordt gebroken. Na een ooglaserbehandeling of het plaatsen van een lensimplantaat kunnen halo’s tijdelijk voorkomen. Maar wat veroorzaakt deze halo’s precies en hoe lang houden ze aan?
- Optische zone en pupilgrootte
Bij een ooglaserbehandeling zoals LASIK, PRK of SMILE wordt het hoornvlies in een specifieke zone behandeld. Ook bij een voorzetlens (bijvoorbeeld een ICL) is er een bepaalde optische zone. ’s Nachts worden de pupillen groter om meer licht binnen te laten, waardoor ze buiten de behandelde zone kunnen vallen. Het licht dat via deze onbehandelde gebieden binnenkomt, wordt anders gebroken, wat zorgt voor de halo’s.
Bij multifocale implantlenzen ontstaan halo’s doordat de lens verschillende zones creëert voor scherp zicht op verschillende afstanden. Dit splitst het licht in meerdere brandpunten, wat kan leiden tot lichtverstrooiing en halo’s rondom lichtbronnen.
- Sferische aberratie
Ook zonder behandeling zorgt het hoornvlies ervoor dat lichtstralen, vooral aan de randen, anders worden gebroken. Dit heet sferische aberratie en kan wazig of vervormd zicht veroorzaken. Moderne ooglasers minimaliseren dit effect door gebruik te maken van asferische behandelingspatronen. - Onregelmatigheden in het hoornvlies
Na ooglaserbehandelingen kan het hoornvlies tijdelijk zwellen (oedeem) of onregelmatigheden vertonen tijdens het genezingsproces. Dit beïnvloedt de lichtbreking en kan tijdelijke halo’s of wazig zicht veroorzaken. - Droge ogen
Een instabiele traanfilm na refractieve chirurgie zorgt voor ongelijke lichtbreking, wat halo’s en andere visuele verstoringen kan verergeren.
Lees hier het volledige artikel.
