Verslaving komt ongeveer evenveel voor als depressie, maar krijgt veel minder aandacht. Vooral door het stigma: eigen schuld, dikke bult. Niet terecht, vindt hoogleraar Verslavingszorg Arnt Schellekens. En een vermanende vinger werkt volgens hem alleen maar averechts: ‘Van de oorzaken tot aan de behandeling is verslaving niet anders dan andere psychische aandoeningen.’
Zo’n 10 procent van de Nederlanders kampt met een verslaving aan middelen, voornamelijk nicotine, alcohol en cannabis. Het aandeel van heroïne neemt binnen de verslavingszorg de laatste jaren snel af. GHB kwam op rond de eeuwwisseling en is de laatste tien jaar stabiel. Terwijl stimulerende middelen als 3MMC en medicijnverslaving de afgelopen jaren in opkomst lijken. ‘Er zijn dus trends zichtbaar in verslavingen, maar we weten niet goed of het totale aantal mensen met een middelenverslaving omhoog is gegaan de afgelopen decennia’, zegt Arnt Schellekens. ‘Een ding is zeker: verslaving is van alle tijden.’
Verantwoordelijk
Schellekens verbetert op verschillende manieren de zorg voor mensen met een verslaving. Zo werkt hij als verslavingspsychiater, en als nationaal rapporteur Verslavingen bij het ministerie van VWS, waar hij meedenkt over het landelijke verslavingsbeleid. Als hoogleraar Verslavingszorg doet hij met een team onderzoek naar allerlei aspecten van verslaving: van epidemiologie tot het verband tussen verslaving en andere psychische aandoeningen, neurobiologisch onderzoek en nieuwe behandelmethoden.
Lees hier het volledige artikel.
