Verhoor verdachte licht verstandelijke beperking vraagt om training en maatwerk

Verdachten met een licht verstandelijke beperking (LVB) worden tijdens politieverhoren vaak niet als zodanig herkend.

Dat blijkt uit onderzoek van Robin Kranendonk van de Vrije Universiteit Amsterdam (VU) in samenwerking met het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR).

Het mogelijke gevolg: verklaringen die onvolledig of zelfs onjuist zijn, en een reëel risico op een onjuiste afdoening. ‘Juist bij deze groep is maatwerk in verhooraanpak en bescherming van rechten cruciaal,’ aldus Kranendonk.

Ongeveer één op de drie verdachten heeft een LVB
Uit het onderzoek blijkt dat naar schatting één op de drie verdachten in een politieverhoor een LVB heeft. Toch blijft deze beperking vaak onopgemerkt, mede door “streetwise” of meegaand gedrag. Basispolitieverhoorders zijn nog vaak onvoldoende getraind om de signalen van een LVB te herkennen. ‘In 44% van de onderzochte gevallen waren er volgens de onderzoekers duidelijke signalen van een LVB, terwijl er voorafgaand aan het verhoor geen kwetsbaarheid bekend was bij verhoorders,’ zegt Kranendonk. ‘Een verdachte met een LVB zal niet altijd zeggen dat hij iets niet begrijpt. Juist het meegaande gedrag maakt het lastig om te zien dat iemand ondersteuning nodig heeft’.

Lees hier het volledige artikel.