Verschillende luchtmeetnetten in Nederland en Europa meten de hoeveelheid fijnstof (PM10 en PM2,5(fijnstof)) in de buitenlucht. Dit wordt gedaan met filters in een apparaat dat continu buitenlucht aanzuigt. Elk filter wordt na 24 uur vervangen. De laboratoria van de meetnetten bepalen de concentratie fijnstof door het filter voor en na de plaatsing te wegen. Met onder andere het verschil in gewicht wordt de concentratie berekend.
Elke twee tot vier jaar vergelijkt het RIVM het weegproces bij een aantal laboratoria. Zo wordt gecontroleerd of de fijnstofconcentraties in de verschillende laboratoria overeenkomen. De resultaten van de wegingen waren in 2025 ongeveer hetzelfde. Dit betekent dat vrijwel alle fijnstofmetingen goed met elkaar overeenkomen en tussen de deelnemende meetnetten kunnen worden uitgewisseld.
Dit keer deden negen laboratoria uit Europa mee aan de vergelijking. In totaal zijn 208 filters gemeten. Er waren kleine verschillen te zien die ruim binnen de grenzen vallen die voor fijnstofmetingen zijn bepaald.
Lees hier het volledige artikel.
