Wereldwijde primeur: MRI gebruikt bij behandeling complexe hartritmestoornis

Afgelopen week is bij Amsterdam UMC voor de eerste keer gebruikgemaakt van MRI tijdens de verhitting (ablatie) van hartweefsel van een patiënt met een complexe hartritmestoornis: ventrikelaritmie. Tot nu toe bekeek het behandelteam 2D-röntgenbeelden tijdens deze complexe ingreep. MRI geeft betere beelden in 3D, maar voorheen was het niet mogelijk MRI bij dergelijke behandelingen in te zetten.

Met de succesvol uitgevoerde ablatie van ventrikelaritmie, uitgevoerd terwijl de patiënt in de MRI-scanner lag, is nu ook de behandeling van deze vorm van hartritmestoornissen met MRI-technologie binnen bereik gekomen.

Al jarenlang wordt er binnen Amsterdam UMC hard gewerkt aan de ontwikkeling van MRI-geleide hartinterventies. Cor Allaart, hoogleraar en cardioloog-elektrofysioloog bij Amsterdam UMC: “Met de patiënt gaat het goed, de ingreep is volgens plan verlopen en de ritmestoornis is verdwenen. We zijn dan ook enorm trots dat we met onze jarenlange voorbereiding nu op het punt zijn gekomen dat we als eerste in de wereld ook complexe vormen van hartritmestoornissen in een MRI-scanner kunnen behandelen.”

Beter zicht
Bij ventrikelaritmie slaan de kamers van het hart te snel en/of onregelmatig. Dit geeft veel klachten bij patiënten en het kan leiden tot ventrikelfibrilleren met een onmiddellijke hartstilstand tot gevolg. Door de inzet van de MRI-scanner bij ablaties is er beter zicht op het hartweefsel dan met het röntgenapparaat dat traditioneel wordt ingezet bij hartinterventies zoals deze.

“MRI-beelden geven tijdens de ablatie beter zicht op de anatomie van het hart en de voor de behandeling gebruikte instrumenten. In tegenstelling tot op röntgenbeelden, is bij MRI de hele omgeving van het hart zichtbaar, inclusief de omliggende structuren, zoals de bloedvaten en de kleppen. En MRI biedt de mogelijkheid om direct de effecten van de ingreep op het hartweefsel te zien”, aldus Marco Götte, beeldvormend cardioloog bij Amsterdam UMC, initiator en projectleider van het onderzoeksprogramma.

Lees hier het volledige artikel.