Minder Nederlanders, maar nog wel bijna 1 miljoen mensen, zijn arm. Wat betekent dat in ons land? Het aantal arme mensen in ons land is de afgelopen jaren afgenomen. Leefden in 2013 nog 1,2 miljoen Nederlanders in armoede, vier jaar later was dat aantal gedaald naar 939.000.
Dat blijkt uit cijfers van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), die dinsdag naar buiten zijn gebracht.
Mooi nieuws dus voor die paar honderdduizend landgenoten die nu boven de armoedegrens kunnen leven, maar nog altijd bijna 1 miljoen mensen ‘zitten’ eronder. Van die 939.000 arme mensen hadden 220.000 twee jaar geleden wel een baan. Daarbij moet worden opgemerkt dat Nederlanders die zelfstandig werken (bijna 8 procent) een grotere kans op armoede hebben dan mensen in loondienst (2 procent).
Definitie armoede
Het SCP gebruikt voor het definiëren van het begrip armoede een zogeheten -niet-veel-maar-toereikendbudget. Zit je daaronder, dan word je als arm persoon beschouwd. Het budget bedraagt voor alleenstaanden 1135 euro per maand, een stel zonder kinderen 1555 euro en voor stellen met één kind 1850 euro. Binnen die bedragen zijn de basisbehoeften voeding, kleding en wonen opgenomen, aangevuld met een minimumbedrag voor ontspanning en sociale participatie. „De armoedegrens is gebaseerd op minimumvoorbeeldbegrotingen van het Nationaal Instituut Budgetvoorlichting, het Nibud”, stelt het SCP. In zo’n begroting zijn zaken als huur, elektriciteit, internet, vervoer, onderhoud van huis en tuin, vakantie en contributie van een vereniging opgenomen.
Lees hier het volledige artikel.