Andere screening leidt tot betere behandeling op maat van longkankerpatiënt

Met een andere test dan de huidige standaardtest kan beter worden voorspeld of een patiënt met longkanker reageert op therapie op maat. Het gaat om patiënten met niet-kleincellige longkanker die een bepaalde genafwijking (ALK translocatie) hebben. Met de test kan de genafwijking eenvoudiger en sneller worden vastgesteld, waardoor de patiënt eerder een betere behandeling op maat kan krijgen.

Dit blijkt uit onderzoek van het UMCG onder leiding van longarts Anthonie van der Wekken, dat is gepubliceerd in Clinical Cancer Research.

Longkanker is de vierde meest voorkomende kankersoort. Jaarlijks krijgen meer dan 12.000 mensen longkanker. In ruim 9.000 gevallen betreft het niet-kleincellige longkanker. Vijf procent van deze patiënten heeft een afwijking op het ALK-gen (ALK-translocatie). Om deze ALK- translocatie te kunnen te bepalen, moet de patiënt gescreend worden, zodat deze therapie op maat kan krijgen. Volgens de huidige behandelrichtlijnen gebeurt dat met een zogenoemde ALK-FISH test.

De ALK-FISH test wijst uit of er een ALK-translocatie aanwezig is bij de patiënt en of deze in aanmerking komt voor therapie op maat met het middel crizotinib in plaats van de standaard chemotherapie. Echter, niet alle patiënten die volgens deze test in aanmerking komen voor de therapie op maat, reageren ook op de therapie.

Lees hier het volledige artikel.