Nog steeds vallen te veel mensen tussentijds uit bij de gemeentelijke schuldhulpverlening. Ook krijgen zelfstandigen geen of onvoldoende hulp als zij schulden hebben. Gemeenten motiveren toewijzende en afwijzende beslissingen onvoldoende en te weinig op papier.
De Nationale ombudsman, Reinier van Zutphen, ziet in zijn onderzoek ‘Een open deur? Het vervolg’ (2018/070) dat gemeenten de schuldhulpverlening verbeteren, maar heeft toch nog zorgen over de toegang daartoe. ‘Het moet sneller en beter. Uit allerlei onderzoeken blijkt dat schulden, zeker voor gezinnen met kinderen, schadelijk zijn. Gemeenten moeten zich dat aantrekken.’
Ook vindt de ombudsman het zorgelijk dat bijna de helft van de deelnemende gemeenten geen exacte cijfers kon verstrekken. Van Zutphen: ‘Niet-meten is niet-weten. Cijfers zijn noodzakelijk om goed zicht te hebben op de aard en de omvang van de schuldenproblematiek. Niet alleen voor verantwoording en evaluatie, maar ook voor toegankelijke en effectieve dienstverlening aan de burger.’ Hij roept daarom gemeenten op om beter te registreren.
Daarnaast vindt de ombudsman dat gemeenten moeten kijken naar de oorzaken van en de oplossingen voor de uitval in het toegangsproces.
Lees hier het volledige artikel.