Langzaam maar zeker wordt duidelijk hoeveel geld gemeenten met ingang van 2015 precies van het Rijk krijgen om de decentralisatie van de jeugdwet en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) uit te voeren. Ten opzichte van 2013 is het aantal onzekerheden in de berekening van dat bedrag gedaald, maar er resteren nog enkele onzekerheden.
De grootte van het bedrag dat het Rijk aan gemeenten toekent om de nieuwe taken uit te gaan voeren, wordt bepaald door middel van een complexe berekening. De Algemene Rekenkamer toetste op verzoek van de staatssecretarissen van VWS en VenJ en de VNG opnieuw of de gemaakte berekeningen kloppen. De Algemene Rekenkamer voerde in 2013 al een soortgelijke toets uit voor de Jeugdwet.
Uit het onderzoek blijkt dat de ministeries de berekeningen juist hebben uitgevoerd. Er is nog wel een aantal (soms onvermijdelijke) onzekerheden in de berekening. VWS en VenJ kunnen gemeenten op korte termijn meer duidelijkheid bieden over de resterende onzekerheden, blijkt uit het onderzoek.
Lees hier het volledige artikel.