Zorgverleners op de huisartsenpost hebben onvoldoende tijd om patiënten met een complexe zorgvraag goed te helpen, of om een soepele overgang te regelen naar andere vormen van zorg, zoals een eerstelijnsverblijf.
Ook het toenemend tekort aan huisartsen en triagisten is voelbaar op de huisartsenpost. Dat blijkt uit de Benchmark Huisartsenposten 2018 van branchevereniging InEen. Samen met de LHV en VPHuisartsen gaat InEen helpen om ervoor te zorgen dat huisartsen zich vanaf 1 januari 2020 ’s nachts beperken tot spoedzorg voor patiënten met een hoge urgentie. Dit gebeurt onder het motto ‘SPOED = SPOED – minder huisartsen in de nacht, meer fitte huisartsen overdag’.
De gegevens van 118 huisartsenposten in Nederland laten zien dat steeds meer mensen contact opnemen met de huisartsenpost. In 2018 steeg dat aantal met 3,5% naar 4.343.000. Een steeds groter deel van de vragen kan telefonisch (+7,4%) worden afgehandeld. Dit zijn klachten waarbij een telefonisch advies volstaat of die kunnen wachten tot de volgende dag.
Langer consult
Het aantal consulten op de post steeg met 1,3% naar 2.172.000. Opvallend is dat de mensen die de huisarts op de post ziet steeds vaker een klacht met een hogere urgentie hebben. Sinds 2014 is het aandeel laag urgente consulten op de post met maar liefst 41% afgenomen. De toename van hoog urgente zorgvragen leidt er mede toe dat het gesprek in de spreekkamer langer duurt. Ten opzichte van 2017 steeg de gemiddelde consultduur op de post met 3,9% naar 14 minuten en 21 seconden.
Lees hier het volledige artikel.