Dokter kan aanstaande ouders nu beter inlichten over risico op slechtziendheid. De kans dat een persoon met de ziekte van Stargardt en een persoon zonder deze ziekte samen de aandoening doorgeven aan hun nageslacht, ligt tussen de 0,7% en 3,1%.
Deze nauwkeurige berekening publiceerden onderzoekers van het Radboudumc in American Journal of Human Genetics. Dankzij deze resultaten kunnen artsen mensen met de ziekte van Stargardt nauwkeuriger inlichten over de kans op slechtziendheid bij hun kinderen.
“Stel je voor dat je langzaam steeds slechter gaat zien,” schetst promovenda Stéphanie Cornelis. “Je krijgt het nieuws dat dit niet beter wordt en jouw zicht verder achteruit zal gaan. De dokter vertelt dat de vorm van slechtziendheid die je hebt, de zeldzame ziekte van Stargardt, genetisch is. De kans bestaat dat jouw kinderen deze aandoening ook zullen krijgen. Dan is een belangrijke vraag: hoe groot is de kans dat als je kinderen krijgt, zij ook deze ziekte zullen krijgen?”
Tot nu toe bestond hier geen goed antwoord op. Een nieuwe studie van de groep van professor Frans Cremers van de afdeling Genetica van het Radboudumc in Nijmegen brengt daar verandering in.
Lees hier het volledige artikel.