De reactie van de patiënt op het reumamedicijn methotrexaat lijkt te voorspellen door de hoeveelheid van het medicijn te meten in de rode bloedcellen van de patiënt. Dat is belangrijkste uitkomst van het onderzoek van Ethan den Boer van het Erasmus MC in Rotterdam. Den Boer deelt zijn onderzoeksresultaten deze week tijdens de EULAR, het Europese reumatologiecongres (EULAR) in Parijs. Hij ontving een onderzoeksubsidie en een reisbeurs van het Reumafonds.
De onderzoeker zal twee keer, bij een poster over zijn onderzoek, uitleg geven aan onderzoekers uit andere landen. Ethan onderzocht het effect van verschillende doseringen van het medicijn methotrexaat (MTX) op gewrichtsontstekingen.
MTX is een klassieke reumaremmer die het afweersysteem remt en zo ook de gewrichtsontstekingen. Bij veel mensen met reumatoïde artritis werkt het middel goed, maar bij 20-40% werkt het minder goed. Of zij krijgen last van bijwerkingen, waardoor zij stoppen met het medicijn.
Ethan den Boer legt uit: “Wat we zagen was, dat hoe hoger de methotrexaat-spiegel in de bloedcel, hoe beter de reactie van de patiënt op de medicatie. En ook was er een grotere afname van de reumaklachten in het eerste jaar van de behandeling. Wat we ook hebben kunnen aantonen is, dat patiënten die starten met een hogere dosis MTX, ook sneller een hogere hoeveelheid in de rode bloedcellen bereikten dan patiënten die met een lage dosis beginnen. Om dit te kunnen meten, moesten we eerst een speciale meetmethode ontwikkelen. Een bijzondere uitkomst in ons onderzoek was, dat de grootste opbouw van de spiegels plaatsvond in de eerste 3 maanden van de behandeling terwijl uit eerder onderzoek juist bleek dat deze opbouw meer dan 6 maanden zou duren.”
Bron: Reumafonds
De nieuwe meetmethode zal nu verder worden uitgewerkt en getest om geschikt te maken in de praktijk. “We hopen daarmee bij te dragen aan een meer gerichte behandeling waarmee zo min mogelijk patiënten worden blootgesteld aan onder- of overbehandeling van reuma’, besluit Den Boer. De onderzoeker heeft een drukke maand want op 18 juni promoveert hij op zijn onderzoek.”