Genen die te maken hebben met de darmfunctie.
Poep is niet het eerste onderwerp dat rond de eettafel besproken zal worden. Een ongemakkelijk onderwerp. Maar toch een belangrijk onderwerp, want het kan je soms vertellen hoe (on)gezond je bent.
Als er veranderingen in het normale patroon komen die niet teruggeleid kunnen worden naar medicijngebruik of veranderingen in het eetpatroon, is er soms reden om naar een dokter te gaan. Maar wat is dan eigenlijk een “normaal” ontlastingspatroon? Waar de meeste mensen eens per dag een grote boodschap doen, is het voor andere mensen normaal om dit 3 keer per dag te doen of maar eens in de 3 dagen. Deze grote variatie in wat een “normaal” ontlastingspatroon is maakt het soms moeilijk om zelf in te schatten of je ontlastingspatroon normaal is. De oorzaak van deze grote variatie lijkt te liggen in ons genetisch profiel.
Een nieuwe publicatie in het wetenschappelijke tijdschrift Gut werpt licht op hoe mensen verschillen in hun stoelgang door de rol van bepaalde genen. De publicatie beschrijft de studie waarin bij twee onafhankelijke bevolkingsgroepen uit Nederland (LifeLines-Deep) en Zweden (PopCol) is gekeken of er een relatie is tussen hoe vaak we poepen en ons genenpakket. Hiervoor is aan individuen gevraagd om gedurende een periode van 1-2 weken een dagboek bij te houden waarin zij bijhielden hoe vaak ze poepten. Daarnaast is van dezelfde individuen DNA afgenomen en zijn deze gegevens aan elkaar gekoppeld.
Het resultaat laat zien dat er genen betrokken zijn die een rol spelen bij vaak of minder vaak naar de wc gaan. Intrigerend hierbij is dat veel van deze genen betrokken zijn bij de manier waarop het lichaam omgaat met substanties die niet lichaamseigen zijn zoals voedsel en medicatie, en bij de elektrische stimulatie van zenuwen en spieren via ion-kanalen die organen als het brein, hart en darmen aansturen.
Lees hier het volledige artikel.