Huisartsen, fysiotherapeuten en orthopeden stemmen hun zorg vaak af op de individuele patiënt met heup- en knieartrose. Op deze manier blijft zorg voor mensen met chronische aandoeningen goed en betaalbaar. Maar er is nog verbetering mogelijk.
Dat blijkt uit onderzoek van Di-Janne Barten. Zij promoveerde 24 mei aan de Universiteit Utrecht.
In het proefschrift van Barten zijn twee vormen van gepersonaliseerde zorg onderzocht voor mensen met artrose: ‘timing van zorg’ en ‘focus van zorg’. Deze blijken beiden al regelmatig toegepast te worden in de dagelijkse praktijk, maar er is nog verbetering mogelijk, bijvoorbeeld door meer combinaties van behandeling aan te bieden en door interventies nog beter toe te spitsen op specifieke patiëntengroepen.
Timing van zorg
Timing van zorg betekent dat eerst alle minder ingrijpende behandelingen geprobeerd worden, voordat een operatie wordt ingezet.
Uit het onderzoek blijkt dat dit al regelmatig gebeurt. Huisartsen kiezen bijvoorbeeld vaker voor leefstijladviezen en het voorschrijven van onstekingsremmers, dan voor een verwijzing voor fysiotherapie of een verwijzing voor een gewrichtsvervangende operatie door de orthopeed. Huisartsen en fysiotherapeuten bieden echter zelden alle niet-operatieve behandelopties aan voordat een patiënt wordt doorverwezen.
Lees hier het volledige artikel.