Nog steeds staat het thema wond en pijn niet hoog op de agenda bij opleidingen en verpleegkundigen. Pijnconsulent Marion Giesberts pleit er voor dat pijn- en wondconsulenten meer samenwerken en dat de verpleegkundige de regisseursrol oppakt.
Een wond is weefselschade en dat zorgt voor pijn, gemakkelijk genoeg zou je zeggen. Wondpijn is een probleem waarin ook elke verpleegkundige of arts zelf ervaringsdeskundige is. Wie heeft niet ooit zijn teen gestoten, is van de fiets gevallen of sneed in zijn vinger tijdens het koken. Gek genoeg zie je bij wonden vaak onvoldoende aandacht voor pijn.
Eigenlijk is het helemaal niet gek. Pijn is namelijk nog steeds niet structureel opgenomen in het curriculum van de opleiding Geneeskunde. En bij verpleegkundige opleidingen blijkt het heel wisselend te zijn: tussen de 1-15 uur in een vier jaar durende opleiding.
Daar hebben onze patiënten last van. Om maar een paar voorbeelden te geven: een patiënt met een bovenarmsamputatie met veel weefsel- en zenuwschade krijgt paracetamol en zo nodig 5 mg morfine bij de zeer pijnlijke verbandwissel. Omdat sprake is van verslavingsproblematiek, geeft de arts de instructie zuinig om te gaan met het toedienen van morfine.
Of de patiënte waarbij drie keer daags de wond wordt gespoeld, wat zeer pijnlijk is. Hier komt wel een pijnconsulent langs om te zorgen voor een goed pijnbeleid, maar zij beoordeelt vervolgens niet kritisch of dit nu de beste (en minst pijnlijke) wondzorg is. Of de wondconsulent die een stevig pijnprobleem signaleert, maar er achter komt dat het aantal beschikbare middelen op de polikliniek beperkt is.
Lees hier het volledige artikel.