Arts-microbioloog Ascelijn Reuland: ‘Hoewel dat nog niet bewezen is, vindt mogelijk besmetting plaats via voedsel.’ Samples van kippenvlees en zelfs groenten bleken een aanzienlijk percentage resistente bacteriën te bevatten. Reuland promoveert 3 februari bij VUmc.
Steeds meer bacteriën zijn ongevoelig voor antibiotica. De toename vindt overal ter wereld plaats. Deze resistente bacteriën produceren stoffen (ESBL’s en carbapenemasen) die antibiotica afbreken.
Reizigers
Reuland en haar collega’s troffen ESBL-producerende bacteriën aan bij 8,6% van de bijna 1.700 onderzochte Nederlanders. Tot nu toe gingen onderzoekers uit van een percentage van ongeveer 1 – 5%. Een verhoogd risico op ESBL werd gevonden bij het gebruik van antibiotica, maar ook blijkt dat mensen die maagzuurremmers nemen bijna twee keer zoveel kans hebben om drager te zijn dan mensen die dat niet doen. Mogelijk wordt dit verklaard doordat zuurremmers zorgen voor een minder zure maag. Zuur doodt bacteriën die met het voedsel in de maag terechtkomen. Als de maag minder zuur is, kunnen meer bacteriën, waaronder ook de resistente bacteriën, de darmen bereiken en zich daar vestigen.
Reizen bleek ook een risicofactor, namelijk een bezoek aan Azië, Afrika of Noord-Amerika. Bij een aparte studie onder bijna 450 reizigers bleek 23,4% bij terugkomst ESBL in de darm te hebben. Het grootste risico liepen mensen die in Azië geweest waren, daar reizigersdiarree hadden gehad en als ze daarbij ook nog antibiotica hadden gebruikt.
Lees hier het volledige artikel.