Veel mensen hebben bij het korter worden van de dagen last van een winterdip – ook wel herfstmoeheid of winterblues genoemd. Bij sommige mensen – naar schatting zou het gaan om zowat 1 à 2 procent van de bevolking – kan het zo erg zijn, dat ze een echte winter- of seizoensdepressie krijgen.
Dat is een ernstige aandoening waarvoor specialistische hulp nodig is. Meestal wordt een seizoensdepressie behandeld met lichttherapie.
Een gewone winterdip is veel minder ernstig dan een echte seizoensdepressie. Gespecialiseerde hulp of lichttherapie is dan ook niet nodig. De belangrijkste klachten van een winterdip zijn (aanhoudende) vermoeidheid, een grote behoefte aan slaap, minder energie, prikkelbaarheid en concentratieproblemen.
Tip 1
Verblijf elke dag minimaal een half uur in de buitenlucht: je voelt je er niet alleen beter door, het helpt ook om beter te slapen. Ga liefst zo vroeg mogelijk in het eerste daglicht naar buiten: Het licht in de ochtend bevat relatief veel blauw. Blauw licht remt de productie van melatonine (het hormoon dat u slaperig maakt). Hierdoor word je écht wakker.
Tip 2
Beweeg, het liefst overdag in de buitenlucht. Maak een flinke wandeling, hark de bladeren aan en maak de tuin winterklaar, fiets naar het werk… Door regelmatig te bewegen halveer je de kans op een winterdip. Dat is onder meer te danken aan de extra aanmaak van endorfine bij grote inspanningen.
Lees hier het volledige artikel.