Een psychose kun je herkennen aan subtiele veranderingen in iemands taalgebruik. AI-modellen kunnen helpen om signalen op te pikken uit alledaagse gesprekjes.
Stel je voor: je zit bij een psychiater, en in plaats van zware vragen over je mentale toestand krijg je luchtige gespreksonderwerpen voorgeschoteld. “Hoe was je zwemles vroeger?” “Wat kijk je graag op tv?” “Wat deed je op je laatste verjaardag?” Klinkt vreemd? Niet voor onderzoekers van het Universitair Medisch Centrum Groningen.
Zij onderzochten of spontane, ogenschijnlijk alledaagse gesprekken informatie kunnen opleveren over iets wat allesbehalve alledaags is: een psychose. Een psychose wordt gekenmerkt door hallucinaties en wanen, maar óók gedesorganiseerde spraak.
Subtiele spraakveranderingen
Psychiater en taalwetenschapper Janna de Boer van het Universitair Medisch Centrum Groningen en Karakter het Centrum Jonge Kind legt het uit: “Bij mensen met een psychose zien we vaak subtiele veranderingen in hun spraak. Mensen gebruiken kortere zinnen, maken vreemde associaties, of geven soms atypische antwoorden. In ernstige gevallen van psychose kan de spraak zó verward raken dat het voor anderen niet meer te volgen is.”
Lees hier het volledige artikel.
