Het Europese beleid om de prijzen van medicijnen voor zeldzame ziekten – weesgeneesmiddelen – omlaag te krijgen, schiet tekort. Het idee is dat de geneesmiddelen goedkoper worden door concurrentie zodra een 10 jaar durende marktbescherming voor de farmaceut is afgelopen. Maar in de praktijk werkt dat vaak niet zo.
Ook jaren na het aflopen van marktexclusiviteit blijven de prijzen hoog en ontbreekt concurrentie, blijkt uit een studie van onderzoekers van Amsterdam UMC, FAST en het Zorginstituut Nederland.
De Europese Weesgeneesmiddelenverordening biedt farmaceutische bedrijven 10 jaar marktexclusiviteit om de ontwikkeling van geneesmiddelen voor zeldzame aandoeningen te stimuleren. Na deze periode zou concurrentie via generieke middelen (dezelfde werkzame stof maar van een andere fabrikant) of biosimilars (biologische, met behulp van levende organismen geproduceerde geneesmiddelen van een andere fabrikant) moeten zorgen voor prijsdalingen. In de praktijk gebeurt dit echter nauwelijks. Bij biologische weesgeneesmiddelen blijft concurrentie van biosimilars vaak volledig uit.
Zelfs áls generieke alternatieven beschikbaar komen, gebeurt dit gemiddeld pas na 14 jaar en leidt het slechts tot een beperkte prijsdaling van ongeveer een derde. Zonder concurrentie blijven de prijzen vrijwel onveranderd.
Lees hier het volledige artikel.
