Hoe meer kinderen een vrouw krijgt, des te korter leeft ze zelf. Maar dat geldt alleen onder extreme omstandigheden, ontdekte de Groningse evolutionair bioloog Euan Young.
Brood van boomschors vermengd met meel. Dat was, tijdens de grote Finse hongersnood, soms het enige eten dat er was. Honger teisterde het land na een aantal slechte winters en mislukte oogsten. Er zouden tussen 1866 en 1868 zo’n 250.000 mensen aan overlijden, zo’n 5 tot 10 procent van de bevolking.
De hongersnood had een groot en langdurig effect op de gezondheid van de Finnen. Een nieuwe studie laat heel precies zien welke tol moeders betaalden voor deze langdurige periode van voedseltekorten. Ieder kind dat ze kregen, bekortte hun uiteindelijke gemiddelde levensduur met zes maanden.
Dat blijkt uit onderzoek van Euan Young, evolutionair bioloog aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij kijkt vanuit evolutionair perspectief naar gezondheid en ziekte, en promoveerde deze week. De studie publiceerde hij samen met collega’s in het wetenschappelijk tijdschrift Science Advances. Hun bevindingen zijn opvallend, omdat ze draaien om een wetenschappelijke vraag waar onderzoekers zich al lang het hoofd over breken: beïnvloedt voortplanting onze levensduur, en zo ja, hoe?
Lees hier het volledige artikel.