Dezelfde stof in een koekje en in schoonmaakmiddel: hoe kan dat, en is dat veilig?

Een hulpstof die dient als broodverbeteraar, maar ook gebruikt wordt in je yogamat. Of een toetje met een ingrediënt dat ook in lippenbalsem zit. Hoe kan het dat stoffen die in niet-eetbare producten worden gebruikt óók in eten kunnen zitten? En vooral: is dat erg?

Wieke van der Vossen van het Voedingscentrum legt uit.

Chemische stoffen in je eten, dat klinkt misschien raar, maar is eigenlijk heel logisch. Een basislesje scheikunde: alles in de wereld om ons heen is opgebouwd uit moleculen, die chemische stoffen vormen. Ook alles wat we eten – een appel, een snee brood, een blauwe bes – is opgebouwd uit moleculen.

Toch klinkt het woord ‘chemicaliën’ voor veel mensen alsof het iets onnatuurlijks of zelfs gevaarlijks is, weet Wieke van der Vossen, expert voedselveiligheid bij het Voedingscentrum. „Water is H₂O. En vitamine C? Dat zit gewoon in sinaasappels, maar heet in scheikundige termen ascorbinezuur. Het is exact dezelfde stof, maar het klinkt ineens een stuk minder vertrouwd.’’

Lees hier het volledige artikel.