Sommige zorgverzekeraars zijn te groot geworden om ze om te laten vallen. Net als sommige banken genieten zij hierdoor eigenlijk indirecte staatssteun.
Dat zegt bestuursvoorzitter van DSW Zorgverzekeraar Chris Oomen zaterdag in NRC Handelsblad.
Als voorbeeld noemt Oomen Achmea, dat in 2008 al staatssteun kreeg en een derde van de Nederlandse markt in handen heeft. “Stel, dat Achmea omvalt. Er is geen zorgverzekeraar in Nederland die de verzekerden kan overnemen. Want niemand heeft voldoende eigen vermogen om vijf miljoen verzekerden erbij te nemen. Dat vereist zo veel kapitaal, dan ben je meteen failliet. Too big to fail.”
Als Achmea in de problemen komt, lijkt het erop dat de overheid dus geen keus heeft dan de knip te trekken om de verzekeraar overeind te houden.
Ook ziekenhuizen worden volgens Oomen door tal van fusies te groot. “Er is niemand die elkaar daar nog kent. Dan gaat niemand mij vertellen dat dat een efficiënt werkende organisatie is. Ze zijn te groot. Dat voegt niets toe.”
Onderhandelingsspel
Het hele onderhandelingsspel rond het inkopen van zorg tussen ziekenhuizen en zorgverzekeraars is volgens Oomen een ‘wassen neus’. “Selectief inkopen? Hoe doe je dat bij een basispolis die voor iedereen gelijk moet zijn en een wettelijk verankerde keuzevrijheid van de patiënt?”
Ook windt Oomen zich op over het stelsel waarbij verzekeraars gecompenseerd worden voor oudere of bovengemiddeld dure klanten in hun bestand. Hij wijst erop dat hij zich als verzekeraar zou kunnen richten op allochtone studenten in achterstandsbuurten.
“Daar krijg je extra voor betaald en het zijn de goedkoopste. Maar als je daar als verzekeraar op inspeelt weet je toch dat daardoor de kosten in de gezondheidszorg niet dalen? Zoiets is een bewuste actie om de solidariteit in de zorg te ondermijnen. Ik vind het belachelijk dat we dit toestaan.”
Schande
Het bestaan van collectieve kortingen is volgens Oomen ook een schande. “Wie gaat er nu meer of minder naar de dokter als hij collectief verzekerd is? Het betekent gewoon dat mensen korting krijgen op rekening van de ander.”
Waarbij de ander iemand is die zich niet collectief kan verzekeren. Bijvoorbeeld omdat hij geen werk heeft en zich dus niet via zijn werkgever collectief kan verzekeren.
Bron: NU.nl