Na de juridische procedures over artikel 13 van de Zorgverzekeringswet en het daarin besloten liggende hinderpaalcriterium leek de vrije artsenkeuze gewaarborgd. De realiteit is anders. Zorgverzekeraars zien nog altijd mogelijkheden om de toegang tot de zorg te belemmeren en werpen zichtbare en minder zichtbare drempels op. De meest voorkomende zijn: de budgetpolis, het machtigingsvereiste en het cessieverbod.
Eerste drempel: de budgetpolis
De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 11 juli 2014 bepaald dat de vergoeding van de zorgverlening door een niet-gecontracteerde zorgaanbieder niet zodanig laag mag zijn dat daarmee voor de verzekerde een ‘feitelijke hinderpaal’ ontstaat om naar deze zorgaanbieder te gaan. Sindsdien is in de rechtspraak bepaald dat niet-gecontracteerde zorg voor ten minste 75 procent van het marktconforme tarief moet worden vergoed.
Tóch bestaan er nog altijd budgetpolissen die uitgaan van een vergoedingspercentage van 50 procent. De praktijk leert dat zorgverzekeraars na enig aandringen best bereid zijn om ook in geval van dergelijke polissen ‘gewoon’ 75 procent te vergoeden. Veel verzekerden weten dat echter niet. Zij zien in hun polis een vergoedingspercentage van 50 procent staan en zullen zich daardoor wel drie keer bedenken voordat zij zich tot een niet-gecontracteerde zorgaanbieder wenden. Dat zal ook de reden zijn dat zorgverzekeraars gebruik blijven maken van budgetpolissen: ofschoon dergelijke polissen in strijd zijn met de wet en jurisprudentie, is het gebruik ervan bijzonder effectief om niet-gecontracteerde zorg te weren.
Lees hier het volledige artikel,