Het invoeren van digitale zorg ondervindt ondanks veel kansen ook belemmeringen, zo blijkt uit de vandaag verschenen eHealth-monitor. De koepels van artsen, patiënten en zorgverzekeraars werken er hard aan om eHealth beter in de praktijk ingevoerd te krijgen. Zij vragen aan het ministerie van VWS om hen hierin actief te ondersteunen.
Patiënten en dokters blijken nog nauwelijks gebruik te maken van eHealth-toepassingen. Ook zijn zorggebruikers slecht op de hoogte van de mogelijkheden die zorgverleners bieden voor online communicatie. Wat betreft elektronische dossiervoering lopen de huisartsen voor op de medisch specialisten. Een verbetering van de elektronische communicatie tussen zorgverleners ‘is nog mogelijk’. Dit blijkt uit de eHealth-monitor die is opgesteld door Nictiz en het NIVEL in opdracht van VWS. Artsenfederatie KNMG, patiëntenfederatie NPCF en Zorgverzekeraars Nederland (ZN) herkennen deze uitkomsten. Zij werken in de gezamenlijke Nationale Implementatieagenda eHealth (NIA) aan het realiseren van randvoorwaarden om deze belemmeringen weg te nemen.
Informatie-uitwisseling
Zo werken de NIA-partijen momenteel met Nictiz, het Kwaliteitsinstituut van het College voor Zorgverzekeringen en de Vereniging van Zorgaanbieders voor Zorgcommunicatie (VZVZ) aan een gezamenlijk convenant. Daarin leggen de partijen afspraken vast voor de ontwikkeling en implementatie van standaarden voor digitale informatie-uitwisseling. Dit convenant is over een paar maanden compleet. Dan zijn de startblokken gereed van waaruit eHealth toepassingen beter in de praktijk kunnen worden gebracht. Ook de recente Gedragscode Elektronische Gegevensuitwisseling in de Zorg en de richtlijn Elektronisch voorschrijven van de KNMG samen met andere partijen helpen mee om in de zorg op een adequate manier gegevens uit te wisselen en zorg van goede kwaliteit te leveren.
Persoonlijk Gezondheidsdossier
Een ander voorbeeld van vorderingen die zijn gemaakt is het Persoonlijk Gezondheidsdossier dat patiëntenfederatie NPCF ontwikkelt. Onlangs presenteerde de NPCF haar visie, die de andere NIA-partners van harte ondersteunen. In een PGD kunnen patiënten hun medische dossier inzien en zelf bepalen met wie ze gegevens delen. Het PGD kan de participatie van patiënten in een stroomversnelling brengen. De visie biedt de basis voor realisatie hiervan.
Bekostiging
Ook hebben de NIA-partijen de bekostiging van eHealth geagendeerd. Bijvoorbeeld bij het gebruik van teleconsultatie, maar ook in bredere zin waar het gaat om de financiering van ‘informatiezorg’ in het verzekerde pakket. Een aparte betalingstitel voor eHealth lijkt in zicht, wat een belangrijke drempel bij de invoering van eHealth kan wegnemen, maar dit moet wel op de praktijk worden toegespitst.
Regie
De monitor werpt wederom de vraag op wie de regie heeft bij de verdere implementatie van eHealth. De NIA-partijen trekken hierin samen op en spelen met name bij het realiseren van randvoorwaarden een belangrijke rol. Op andere gebieden, zoals ontwikkeling en regelgeving, is hun rol beperkt. De NIA-partijen hebben de actieve steun van VWS nodig. Zeker waar het gaat om het wegnemen van belemmeringen in de bekostiging (bijvoorbeeld rondom het gebruik van teleconsultatie) en het faciliteren van de ontwikkeling van het PGD en andere kansrijke toepassingen. De NIA-partijen gaan morgen in gesprek met het ministerie van VWS over deze onderwerpen.
Bron: Patiëntenfederatie NPCF