Zo wordt een vaccin ontwikkeld en getest

Sinds het begin van de pandemie zijn farmaceutische bedrijven druk bezig met het ontwikkelen van vaccins tegen het corona-virus. Nu, minder dan een jaar later, zijn er twee vaccins goedgekeurd voor gebruik in de Europese Unie.

De inentingen met de zogenaamde Pfizer en Moderna vaccins zijn inmiddels begonnen in België en andere landen van de Europese Unie. Het European Medicine Agency (EMA) is de organisatie die instaat voor het toetsen en goedkeuren van deze vaccins.

Wat zijn de stappen die de vaccinmakers en het EMA nemen om de veiligheid en werkzaamheid van de vaccins te garanderen? En zijn er bij het goedkeuren van de corona-vaccins stappen overgeslagen, omdat de nood aan een werkzaam vaccin zo hoog is?

Hieronder volgt een overzicht van de verschillende fasen die worden doorlopen bij het ontwikkelen, het testen en het in gebruik nemen van een nieuw vaccin.

  1. Laboratoriumfase
    De eerste proeven die worden uitgevoerd om de veiligheid en de werkzaamheid van een vaccin te onderzoeken vinden plaats in het laboratorium van de vaccinmakers. Allereerst controleert men de kwaliteit van het vaccin met behulp van scheikundige technieken, zoals microscoop-onderzoek en reageerbuisproeven. Vervolgens wordt de zogenaamde in-vitro techniek toegepast. Bij deze techniek worden lichamelijke cellen samen met het vaccin in een reageerbuisje gebracht. Het vaccin wordt op deze manier, buiten het lichaam om, op lichamelijke cellen getest. De laatste laboratoriumonderzoeken bestaan uit dierproeven. Het beoogde vaccin wordt toegediend aan verschillende proefdieren. De vaccinmakers krijgen zo een eerste indruk van hoe het vaccin reageert in een levend organisme.

Lees hier het volledige artikel.