Vloeiend praten is voor iemand die stottert een enorme opgave. In Nederland hebben 175.000 mensen daar last van, soms tijdelijk, soms langdurig. Hoe kom je aan deze spraakstoornis en, net zo belangrijk, kun je er nog van afkomen?
Oorzaak 1: Aangeboren
Stotteren is meestal (deels) aangeboren en openbaart zich vaak bij kinderen tussen de 2 en 5 jaar.
Praten, en vloeiend spreken, is een ingewikkelde vaardigheid: je moet je gedachten, ideeën en gevoelens omzetten in woorden en zinnen. Wat je wilt zeggen, moet je vervolgens in spraakbewegingen uitdrukken.
Hierbij gebruik je meer dan honderd spieren van onder meer de tong, lippen, kaak en het middenrif. Die spieren moeten met de goede snelheid en kracht en op het juiste moment worden aangestuurd vanuit de hersenen.
Bij stotteraars is die afstemming niet optimaal, waardoor ze veel herhalen zoals ‘dadadadaar’ of ‘i. i. i. i. k’; verlengen zoals ‘lllllief’ en blokkeren zoals ‘b…b… brood’.
Lees hier het volledige artikel.