De ziekte van Dupuytren, voor het eerst beschreven door de Parijse chirurg Dr.Guillaume Dupuytren in 1831, wordt gekenmerkt door het ontstaan van harde knobbels (nodules van fibreus weefsel) in de handpalm. Deze knobbels kunnen uitgroeien tot strengen die de vingers gebogen houden (klauwhand).
Symptomen ziekte van Dupuytren
Doorgaans begint de aandoening met een kleine, soms pijnlijke verdikking in de handpalm. Geleidelijk ontwikkelt zich een onderhuidse streng die langzaam samentrekt. Dit leidt ertoe dat de vinger steeds meer gekromd raakt, zonder volledig gestrekt te kunnen worden. Dit komt het vaakst voor in de pink en ringvinger, maar ook andere vingers kunnen worden aangetast.
In het begin lukt het de patiënt om de vinger te ontvouwen door de positie van de pols te veranderen, maar daarna blijft de vinger permanent gebogen. In een gevorderd stadium kan de hand krom trekken (klauwhand). De ziekte is niet erg pijnlijk, maar het vermogen om voorwerpen op te pakken en dus het dagelijks leven van de getroffenen wordt er duidelijk sterk door verstoord.
De snelheid waarmee de ziekte evolueert, verschilt sterk van patiënt tot patiënt. Sommige mensen lopen twintig jaar rond met een onschuldig knobbeltje in de handpalm, anderen ontwikkelen in een paar maanden een echte klauw.
Lees hier het volledige artikel.