Wie in het bekken opereert, moet de microscopische anatomie ervan kennen, vindt dr. Annelot Kraima (LUMC). “Zo kun je de kans op zenuwschade minimaliseren, waardoor de patiënt minder risico loopt op bijvoorbeeld incontinentie of erectiestoornissen. Bij kanker helpt goede anatomische kennis bovendien om de tumor volledig te verwijderen.” Kraima promoveerde op 17 november op haar minutieuze onderzoek naar de anatomie van het bekkengebied. Voor het vrouwelijk bekken creëerde ze samen met de TU Delft een virtuele 3D anatomische atlas, die nu al gebruikt wordt in het Leidse geneeskunde-onderwijs. Ook kan haar 3D-model met de juiste software in een handomdraai geprojecteerd worden op MRI-scans van patiënten.
Anatomisch onderzoek – is dat niet iets van lang vervlogen tijden? “Nee, anatomie leeft juist enorm”, antwoordt dr. Annelot Kraima. “Het is een vakgebied waarin veel wordt aangenomen, terwijl er op detailniveau nog veel te ontdekken is. Dat geldt met name voor het bekken, waar men vroeger veel anatomische details probeerde te bestuderen via macroscopische dissecties. Maar omdat het bekken veel bindweefsel bevat, is de kans op artefacten daarbij heel groot.” Zelf gebruikte Kraima daarom microscopische technieken, die ze toepaste op foetussen in verschillende stadia van ontwikkeling en op in de snijzaal geprepareerde bekkens. Ze maakte dunne coupes die ze na verschillende kleuringen onder de microscoop bestudeerde. “Op die manier kun je met zekerheid zeggen naar welk type weefsel je kijkt”, legt ze uit.
Lees hier het volledige artikel.