Een brein in ontwikkeling is een ware datingmarkt voor zenuwcellen. Elke cel wil stabiele verbindingen met andere cellen. Breakups zijn onvermijdelijk. Neurowetenschapper Christian Lohmann onderzoekt hoe zenuwcellen geschikte partners vinden, wat essentieel is voor de juiste bedrading van de hersenen.
In een volwassen mensenbrein huizen zo’n honderdmiljard zenuwcellen. Eén cel kan via zijn langdradige uitlopers op wel vijftigduizend punten in contact staan met andere zenuwcellen. Samen vormen de verbindingen één grote kluwen draden; de ‘bedrading’ van ons brein. Ze moeten op de juiste manier aangelegd worden tot een functioneel netwerk, wil de eigenaar iets zien, ruiken, voelen, bewegen en denken.
Hoe komen die verbindingen tot stand? Als een embryo uitgroeit in de baarmoeder worden de eerste zenuwcellen geboren. Op het moment dat een baby ter wereld komt heeft het al een functionerend brein. In die paar maanden weten miljarden zenuwcellen dus op de één of andere manier een netwerk te vormen. Het is niet zo dat elke zenuwcel simpelweg verbinding maakt met een willekeurige ander; er zit een preciezer plan achter.
Dit is het terrein van neurowetenschapper Christian Lohmann. Zijn onderzoeksgroep aan het Nederlands Herseninstituut onderzoekt in muizen hoe zenuwcellen hun partners uitkiezen.‘Zenuwcellen zoeken stabiele partners om brein te bedraden’
Lees hier het volledige artikel.