Omdat mijn moeder, als mantelzorger van mijn vader met hersentumor, zwaar overbelast raakte, zochten we naar ondersteuning. De via allerlei kanalen aangereikte websites boden geen soelaas. Uiteindelijk kregen we een tip om een aanvraag voor hulp in te dienen bij het WMO-loket van de gemeente. Mijn moeder belde. Ze kreeg een afspraak met een WMO-consulent, maar ook meteen het verzoek om een Persoonlijk Plan in te sturen. Dat moest binnen een week. Je bent overbelast, vraagt om hulp, maar eerst krijg je nog meer werk op je bord. We werkten met zijn drietjes (mijn moeder, mijn man en ik) aan het Persoonlijke Plan en stuurden dat in. Het WMO-loket van de gemeente bedient zich van een algemeen e-mailadres en algemeen telefoonnummer. Een ontvangstbevestiging kregen we niet.
Een week later vond het ‘keukentafelgesprek’ plaats. De WMO-consulente was alleraardigst. Het was haar duidelijk hoe hoog de nood was, maar ze kon geen hulp toezeggen want ‘ze was niet beslissingsbevoegd’. Een paar dagen later kregen we een ‘gespreksverslag’, wat geen verslag was, maar een checklist, bedoeld voor intern gebruik. Daarbij zat een aanvraagformulier voor de WMO en dat moest mijn vader eerst ondertekenen.
Even samenvatten, we belden naar het WMO-loket en vroegen om hulp. Dat werd beschouwd als een melding en geen aanvraag. Daarna volgde er een keukentafelgesprek waarin geen uitsluitsel over hulp gegeven kon worden. Toen kregen we een checklist en een aanvraagformulier dat ondertekend moest worden. Op geen enkele manier kregen we zicht op hulp of zicht op de vorm waarin eventuele hulp geboden zou worden.
Lees hier de volledige blog van Désirée Hairwassers.