Afgelopen weekend is de wintertijd weer ingegaan. Gewoon een kwestie van de klok een uur terugzetten, toch? Maar voor 400.000 Nederlanders breekt met de wintertijd een langdurige depressie aan. En dat komt door het hormoon serotonine, dat bij hen in de winter minder actief is.
Wetenschappers van de universiteit van Kopenhagen hebben ontdekt waarom sommige mensen last hebben van seizoensgebonden depressies.
Minder gelukshormoon
In de donkere dagen is bij hen het ‘gelukshormoon’ serotonine minder actief. Met als gevolg dat ze zich lusteloos en zelfs angstig voelen. De Deense wetenschappers onderzochten elf mensen met een seizoensgebonden depressie en 23 mensen die geen last hebben van de winterblues.
Hersenscans toonden dat bij de mensen met een winterdepressie afhankelijk van het seizoen grote verschillen optreden in de hoeveelheid eiwitten die het gelukshormoon transporteren. Bij minder licht was bij hen de serotonine minder actief. Met als gevolg een depressie.
Psycholoog Jean-Pierre van de Ven van het Fonds Psychische Gezondheid waarschuwt voor al te veel optimisme. ‘Het onderzoek is geen doorbraak, eerder een aanscherping van een theorie die al langer bestaat.’
Verstoord
Belangrijker is volgens Van de Ven om te weten waarom bij minder licht de serotonine-huishouding verstoord kan raken. Maar daarop hebben de Deense onderzoekers nog geen antwoord gevonden.
Onderzoeksleider dr. Brenda McMahon zegt dat zij en haar team denken ‘het nummer te hebben achterhaald dat de hersenen bellen om de serotonine te regelen als de seizoenen veranderen’.
McMahon: ‘De serotonine-transmitter, SERT, transporteert de serotonine naar de zenuwcellen, waar het gelukshormoon vervolgens inactief is. Dus hoe harder de SERT werkt, hoe minder het gelukshormoon werkt. Zonlicht dimt de activiteit van de SERT, maar als de donkere dagen aanbreken, wordt die dus weer actiever.’
Althans, bij mensen die last hebben van winterdepressies.
Les hier het volledige artikel.