In de nacht van 28 op 29 oktober 2023 gaat de wintertijd in. Je moet de klok één uur achteruit zetten, wat betekent dat je nachtrust met één uur wordt verlengd. Hierdoor is het ‘s ochtends eerder licht en ‘s avonds eerder donker. Terugzetten van de klok vraagt om enige aanpassing van ons slaapritme.
Hoe kunnen we de impact van de uurverandering beperken?
Dat lukt meestal goed als je het normale dag-/nachtritme aanhoudt. Sommige mensen kunnen last hebben van concentratiemoeilijkheden op het werk, depressiviteit of agressie en zelfs eetproblemen, maar na een tweetal dagen zou je moeten gewend zijn aan het nieuwe uur. Bij de invoering van het zomeruur zijn de problemen soms iets groter. Met de ingang van de wintertijd komt de menselijke biologische klok namelijk terug in het normale ritme.
Bij de overgang van zomer- naar wintertijd duurt de dag eenmalig 25 uur. Dat ligt dichter bij ons natuurlijke ritme en zorgt bij veel mensen voor een kleine, onbewuste afname van stress. Het zou zelfs leiden tot een kortstondige daling van het aantal hartinfarcten. Dankzij de wintertijd slapen veel mensen ook beter slapen, of voelen ze zich beter uitgeslapen, vooral tijdens de eerste dagen.
Lees hier het volledige artikel.