Bij lymfeklierkanker zijn de overlevingskansen heel verschillend. Van sommige soorten word je nauwelijks ziek, andere zijn heel agressief. Ook verschillen de behandelingen. Het is dus heel belangrijk om te weten welke kankersoort je hebt. Met een stukje weefsel uit je lymfeklier gaat de patholoog op onderzoek uit.
Je hebt lichamelijke klachten, de huisarts ontdekt een vergrote lymfeklier en stuurt je door naar het UMCG. Daar besluit de specialist een stukje weefsel uit de klier, een biopt, af te nemen voor onderzoek. ‘Wij kunnen bekijken of de klier is vergroot door een infectie of een uitzaaiing van kanker, of dat het kanker van de lymfeklier zelf is’, vertelt patholoog Arjan Diepstra.
Blokje kaarsvet
Voordat hij het weefsel kan onderzoeken, wordt het in het laboratorium bewerkt: ‘Eerst wordt het chemisch bewerkt zodat het weefsel lange tijd goed blijft, daarna komt het in een blokje kaarsvet waar we heel dunne plakjes van snijden. Die zijn 3/1000e van een millimeter dik. We hebben meerdere plakjes nodig voor de verschillende onderzoeken en bewaren het blokje voor het geval er later meer onderzoek nodig is.’
Lees hier het volledige artikel.